De Onderzoekende docent

Een betekenisvolle ervaring met een stukje theorie

Tijdens mijn stage heb ik de geluk gehad dat ik twee verschillende coaches bij mij heb. Eén hiervan is mijn werkplekbegeleider en de andere is een collega van dezelfde vaksectie. Hierdoor kon ik de persoonlijke interpretatie van iemand zien die hij gaf aan het docentschap. 

In het begin van de stage heb ik vooral veel geobserveerd en nog weinig lesgegeven. Tijdens deze observaties viel me vooral op dat de opbouw van een les vaak hetzelfde was.  Eerst werd meestal het huiswerk besproken indien er vragen over waren, vervolgens werd er nieuwe theorie behandeld, hier werd meestal dan ook een voorbeeld bij betrokken, waarna de leerlingen vervolgens zelf aan de slag gingen. Ik heb me vaak afgevraagd waarom deze manier van aanpak nou juist zo vaak gebruikt werd, zeker omdat deze manier van les geven ook vaak op mijn oude middelbare school gebruikt werd.

Dit is dan ook de reden dat ik bij deze manier van lesgeven theorie heb gezocht.

 

De theorie die ik over deze manier van les geven geven heb gevonden bleek de theorie van het lesmodel 'directe instructie' te zijn. Dit lesmodel is opgebouwd uit de volgende zeven fases:


- Fase 1: Aandacht richten op de lesdoelen en voorkennis activeren;

Tijdens deze fase worden de lesdoelen gekoppeld aan de hiervoor behandelde theorie, vaak is dit de vorige les. Hierbij wordt nagegaan of de voorkennis goed genoeg is om over te gaan naar fase 2: het geven van nieuwe informatie of uitleg. Indien deze voorkennis nog niet goed genoeg is, zal de docent flexibel moeten zijn en zijn les moeten kunnen aanpassen om eerst de benodigde voorkennis te herhalen.


- Fase 2: Informatie of uitleg geven;

In deze fase geeft de docent een stukje nieuwe informatie of biedt hij nieuwe leerstof aan. Hierbij moet vanuit het oog van de leerling gekeken worden welke denkstappen de leerling zal gaan maken, hierop kan de docent vervolgens de uitleg aanpassen. Het is in dit geval belangrijk om de aandacht er van alle leerlingen er steeds bij te houden, dit is omdat het stukje uitleg cruciaal is voor de vervolg fases. Het is daarom belangrijk om een uitleg niet te lang te maken, hierdoor kunnen leerlingen afdwalen, daarbij is het ook belangrijk om leerlingen bij de uitleg te betrekken om ze meteen zelf te activeren.


- Fase 3: Controleren of de belangrijkste begrippen zijn overgekomen;

In deze fase moet de docent controleren of de leerling het begrepen heeft, een klassikale vraag stellen als 'Heeft iedereen het begrepen?' werkt vaak averechts. Er wordt door bijvoorbeeld groepsdruk geen antwoord gegeven wanneer slechts enkele leerlingen het niet snappen. Het is daarom van belang om bij verschillende leerlingen open vragen te stellen waarbij ze de stof in hun hoofd moeten gaan verwerken, hierdoor kan de docent de juiste indicatoren krijgen om te zien of hij verder kan gaan met fase 4 of toch terug zal moeten naar fase 2.


- Fase 4: Instructie geven op de zelfwerkzaamheid;

In deze fase van het directe instructie model dient de docent de leerling uitleg te gaan geven hoe ze aan de slag kunnen. Dit kan gedaan worden door zichzelf een zestal vragen weten te beantwoorden. Wat moet de leerling doen? Hoe moet de leerling dit aanpakken? Bij wie kan de leerling hulp krijgen? Hoelang heeft de leerling de tijd? Wat doet de leerling met de uitkomst? Wat gaat de leerling doen als hij klaar is?

Het is belangrijk dat zowel de docent als de leerling antwoord kan geven op alle vragen. Indien dit niet het geval is kan bij de leerling verwarring en chaos ontstaan, waardoor hij of zij zich niet meer bezig houdt met de inhoud van de les.


- Fase 5: Onder begeleiding oefenen;

In deze fase gaat de docent de leerling betrekken bij een opgave. Aan de hand van een voorbeeldopgave kan de docent de leerling een kans geven zich te laten zien dat ze het snappen. Hierbij wordt meteen de theorie toegepast in een opgave, dit biedt leerlingen de gelegenheid om de theorie nog eens te kunnen verwerken.


- Fase 6: Zelfstandig oefenen;

In dit gedeelte gaat de leerling zelf aan de slag, de docent heeft niet meer als primaire taak het klassikaal uitleggen van een bepaalde theorie, die kan zich gaan richten tot het in orde maken van bijvoorbeeld de administratie. Daarnaast kan de docent in individuele gevallen vragen van leerlingen beantwoorden.


- Fase 7: Afsluiten op kernbegrippen en vooruitblikken op nieuwe leerstof.

In deze fase wordt gereflecteerd op de les. Er wordt gekeken of leerlingen het begrepen hebben en wat ze eventueel moeten gaan doen als ze thuis zijn. Daarnaast kan de theorie ook alvast gekoppeld gaan worden aan de stof van de aankomende les. Er wordt dus vooruit geblikt.


Na het doorlezen van de theorie kwam ik er achter waarom dit lesmodel zo vaak gebruikt wordt. Het biedt namelijk een hoop structuur aan in je les en het model geeft een bepaalde houvast waarbij er verschillende fasen in zitten die een les tot een effectieve les kunnen maken. Het is hierbij echter wel belangrijk dat je kunt nagaan welke denkstappen een leerling maakt voordat hij een bepaalde theorie gaat herkennen en begrijpen. Er wordt immers aan het einde van een les (of wanneer het model over een aantal lessen gebruikt wordt , aan het einde van een reeks lessen) verwacht dat een leerling zelfstandig oefeningen kan maken met de hiervoor kennisgemaakte stof. Het is dus van belang dat je als docent in de les kan toetsen of het een leerling het wel begrepen heeft en of hij er dan thuis verder mee aan de slag kan gaan.

Ondanks dat ik het directe instructie model erg fijn vind werken, denk ik dat het toch belangrijk is om af en toe afwisseling te bieden voor de leerlingen. Zo kunnen leerlingen er bij gebaat zijn om af en toe de stof eens anders aan te pakken dan de normale gang van zaken, dit wordt dan ook één van mijn leerdoelen.

Een voorbeeld voor het invullen van een voorbereiding bij het gebruik van het directe instructiemodel:


Mijn professionele ontwikkeling

Doel: Ik wil mij gaan verdiepen in minstens twee verschillende werkvormen, ik wil deze twee werkvormen uitvoeren binnen mijn huidige propedeuse stage. 

Ja -> Het zijn twee verschillende werkvormen die uitgevoerd moeten worden binnen een stageperiode.

Ja -> De werkvorm is terug te zien in het lesvoorbereidingsformulier en een reflectie.

Ja -> Gezien het feit dat het twee verschillende werkvormen zijn, vind ik het acceptabel voor een propedeuse stage.

Ja -> Aangezien ik minimaal elke week één les geef, is het realistisch om binnen één stage dit doel te behalen.

Ja -> De twee werkvormen moeten uitgevoerd worden binnen mijn huidige stage.

Welke metacognitieve vaardigheden heb ik hier voor nodig?

  • Doelen stellen: Door mijzelf concrete doelen te stellen heb ik een idee waar ik naar toe moet gaan werken. Ik wil nog graag gaan rondkijken welke doelen ik precies kan gaan gebruiken voor mijn lessen. Wanneer ik deze eenmaal heb, kan ik een plan op gaan stellen om deze werkvormen uit te gaan proberen.
  • Monitoren tijdens het gebruiken van de werkvorm: Ook is het van belang om te kijken of ik het lesdoel ga halen bij het gebruik van een bepaalde werkvorm. Als ik op voorhand al zie dat een klas ontzettend moe is, dan is het misschien minder verstandig om een actieve werkvorm te gaan gebruiken. Ik moet mezelf dan ook flexibel kunnen opstellen om te kijken of de werkvorm op dat moment van de dag wel goed bij de behoefte van de leerlingen past.
  • Evalueren  / Reflecteren: Na het uitvoeren van een bepaalde werkvorm moet ik gaan kijken hoe het ging en of dit bij mij past. Variatie is iets wat je lessen boeiend kan maken, maar ik vind wel dat de docent die op een bepaalde manier les geeft er ook plezier in moet hebben. Uiteraard zullen er vele werkvormen zijn die ik boeiend vind om te gaan gebruiken, maar ik moet nog wel uitzoeken welke dit zijn.

 

Hoe dragen deze ontwikkelingen bij aan mijn onderzoekende docentschap?

Ik wil bij mezelf gaan kijken welke werkvormen ik fijn vind om te gaan gebruiken. Ik ben daar tot op het moment van schrijven nog niet heel erg veel mee aan de slag geweest, ik denk dat het, mede ook voor de leerling, belangrijk is om genoeg afwisseling in je les te houden. Zo kan je jezelf voor een uitdaging zetten om je nog meer te verbeteren, daarnaast hou je de klas actief doordat ze niet weten wat ze kunnen verwachten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb